Stijlwijzer CG-Raad
Twaalf mediatips van mensen met een handicap of chronische ziekte
Geplaatst: 29 jun 2009 De complete stijlwijzer, waarin onderstaande tips met 12 portretfoto's kracht worden bijgezet, is te bestellen bij de CG-Raad: www.cg-raad.nl
Stijlwijzer – CG-Raad - 12 mediatips van mensen met een handicap of chronische ziekte
Omgang
‘Of ik aan seks doe? Wat denk jezelf?’
1. Verwar persoonlijke nieuwsgierigheid niet met journalistiek werk. Al te persoonlijke vragen kunnen wrevel wekken.
‘Ik kom graag, maar kàn het ook?’
2. Ga bij een interviewafspraak even na of de locatie geschikt is. Is de ontmoetingsplaats niet te lawaaiig voor een slechthorende? Moet de studio worden aangepast voor een rolstoelgebruiker?
‘Ik kan prima voor mijzelf spreken!’
3. Laat – als het even kan- de persoon zelf aan het woord en niet alleen de partner, zijn of haar arts, of een deskundige.
Invalshoek
‘Ik ben de deskundige. Verbaast u dat?’
4. Zet mensen met een beperking niet alleen in bij medische onderwerpen. Het zijn ook deskundigen, artietsten, kiezers of ouders. Zij kunnen hun stem laten horen over allerlei onderwerpen, die niets te maken hebben met hun handicap of ziekte.
‘Ik ben anders. Leuk toch!’
5. Durf eens een afwijkend uiterlijk op tv te brengen en schrik bij een radioprogramma niet meteen terug als iemand wat langzamer praat.
‘Ik ben niet zielig, maar ook geen held.’
6. Probeer een reëel beeld van de persoon te schetsen. Zet iemand niet neer als afhankelijk, slachtoffer of juist bewonderenswaardig.
Woord
‘Hoe jij mij noemt, vind ik belangrijk.’
7. Vereenzelvig mensen niet volledig met hun beperking. Weet dat ‘mensen met een handicap’ eigenlijk een betere beschrijving is dan ‘gehandicapten’. Schrijf liever ‘zij heeft diabetes’ in plaats van ‘zij is diabeet’.
‘Hoezo, ondanks mijn handicap heb ik succes?’
8. Wees voorzichtig met deze ondanks-constructies. Het is kwetsend als iemands kwaliteiten direct gekoppeld worden aan een handicap.
‘Ik ben niet minderwaardig.’
9. De woorden ‘invalide’ en ‘mindervalide’ betekenen letterlijk ‘onwaardig’ en ‘minderwaardig’. Gebruik die woorden dus liever niet.
Beeld
‘Ik ben meer dan mijn handicap.’
10. Een handicap is vaak het eerste wat opvalt. Maar dat wil niet zeggen dat handicaps ook persé in beeld gebracht moeten worden. Breng eens andere kenmerken van de persoon in beeld. Die kunnen wel zo veelzeggend zijn.
‘Gaat het over mijn hond of over mij?’
11. Sommige hulpmiddelen springen erg in het oog. Ook hier geldt: maak het hulpmiddel niet belangrijker dan het is. U wilt toch de persoon zelf portretteren?
‘Ik sta in het volle leven!’
12. Het portretteren van iemand met een handicap alleen op een bankje in het park is verleidelijk. Maar klopt dit treurige beeld wel? Misschien is het waarheidsgetrouwer om iemand op een feestje of tijdens zijn werk te laten zien.