Kwartiermaken

Kwartiermaken en burgerschap - Doortje Kal

Lezing conferentie 'Van patiënt naar burger' - 7 april 2011 Parnassos, Steunpunt GGZ Utrecht en Cliëntenbelang Utrecht

Op 7 april organiseerde Steunpunt GGZ Utrecht met CliëntenBelang Utrecht de conferentie 'Van Patiënt naar Burger' in Parnassos Utrecht. Daarin spraken deelnemers over de antwoorden die instellingen voor zorg en welzijn, de lokale overheid en de organisaties van cliënten en hun betrokkenen hebben op de komende veranderingen op het terrein van de zorg voor mensen met psychiatrische problematiek. Bijna zeventig deelnemers onderzochten met elkaar wat FACT daarin kan betekenen, hoe de wijkgerichte aanpak er uit moet gaan zien, welke rol ervaringsdeskundigheid daarin heeft, hoe er met crises moet worden omgegaan en wat de betekenis is van kwartiemaken. Ga voor de andere lezingen naar www.ggzutrecht.nl Zie ook 'Kwartiermaken in de WMO'.

Gastvrije samenleving (fragment uit de lezing)
Zijn cliënten dan ‘gasten’ in de samenleving? Ja, op een bepaalde manier. Veel mensen met psychiatrische of verstandelijke handicap voelen zich als vreemden in de samenleving, of ze worden door de samenleving als vreemden behandeld. Juist die ervaren vreemdheid geeft soms wrijving en ongemakkelijkheid. Een vreemdeling kan bang zijn voor ‘gek’ te worden uitgemaakt, als gestoord te worden gezien. Hij spreekt misschien de taal niet, kent de gewoontes niet, gedraagt zich onbeholpen. Bij deze ervaren vreemdheid past het begrip gastvrijheid, op de manier zoals de Franse filosoof Jacques Derrida dat heeft beschreven. Kunnen wij van de vreemdeling verwachten, zegt Derrida, dat hij zich gedraagt als de anderen vóórdat hij verwelkomd wordt. Is er dan nog wel sprake van het verlenen van gastvrijheid? Gastvrijheid is aan de orde wanneer sprake is van iemand die ik nog niet ken, die zich misschien ook niet zo gauw laat kennen. Het is belangrijk te beseffen dat ‘de vreemdeling’ (de ‘vreemde gast’) afhankelijk is van gastvrijheid. En ten tweede dat met het verlenen van gastvrijheid de gastheer- of vrouw ook een beetje vreemdeling zal worden, in de zin dat hij of zij zich op vreemd terrein begeeft met het verlenen van gastvrijheid.
In mijn proefschrift heb ik het verlenen van gastvrijheid verbonden aan het begrip opschorting van de prestatiemaatschappij. Er moet al of niet tijdelijk afgezien worden van het doelmatig nuttigheidsstreven dat onze haastige samenleving zo kenmerkt. Het nuttigheidsstreven dat zijn uitdrukking vindt in talloze maatschappelijke regels produceert onrechtvaardige uitsluitingen. Wat voor iemand belangrijk is wordt buitengesloten. Kwartiermakers roepen in zekere zin op tot abnormalisering, om deze uitsluitingen ongedaan te maken. Maar waaruit zou dan die ‘abnormalisering’ kunnen bestaan? Iets minder wild gezegd gaat het erom iets buiten het gewone te doen voor een buitengewone ander. En dat kan op vele en uiteenlopende manieren. Een manier noem ik het ‘maatje ter plaatse’. Daar waar iemand mee wil doen aan een sportclub, wil zingen in een koor, wil kaarten in een klaverjasclub en ga maar door, wordt iemand gevraagd of nog mooier – werpt iemand zich op – de ander wegwijs te maken en zich thuis te laten voelen. (Misschien zoals ouderejaars mentor zijn voor de brugklassers.) Het gaat er om het ijs te breken voor een vreemde vogel. Dat is een manier om gastvrijheid kwaliteit te geven.

Rol van cliënten (een tweede fragment)
De ggz zou dus in het kader van het streven naar burgerschap ten eerste de rol van de samenleving op de agenda moeten zetten. Ze probeert de samenleving aan te moedigen van stressbron tot hulpbron te worden. Als tweede zou ze zichzelf kunnen overtuigen van de belangrijke rol die cliënten (zelf) kunnen spelen in het werken aan betrokkenheid in de samenleving. Een strategie die voor het werken aan betrokkenheid heel effectief is – en door het Steunpunt GGZ in Utrecht al wordt gevolgd - is een combinatie van voorlichting/training en contact door ervaringsdeskundigen. Speciaal daarvoor getrainde cliënten vertellen het publiek bijvoorbeeld werkers en vrijwilligers in het sociaal-cultureel werk of in de opleidingen daartoe, over de aard van hun aandoening en hoe het is om daarmee te leven. Ze vertellen ook over hun verlangen naar een gewoon maatschappelijk gewaardeerd en erkend bestaan. En wat er voor nodig is om dat te realiseren.
Deze strategie is om maar liefst vier redenen effectief:
- de informatie die wordt overgedragen werkt overtuigender en maakt meer indruk dan wanneer ze door hulpverleners wordt gegeven.
- En het publiek leert de cliënt die de voorlichting geeft kennen: de psychiatrisch patiënt krijgt een gezicht, een stem en een persoonlijkheid. Het stigma verdwijnt en de betrokkenheid neemt toe.
- Ten derde blijkt een dergelijke voorlichtende activiteit – mits goed voorbereid en begeleid – zeer empowerend te werken – het brengt mensen bij hun kracht.
- En ten vierde helpt het andere cliënten aan een rolmodel.

Rol van de gemeente (een derde fragment)
Altrecht, het Steunpunt GGZ Utrecht en Cliëntenbelang kunnen ook de gemeente aanmoedigen om werkgevers, medewerkers van woningbouwverenigingen, scholen, kerken en moskeeën te stimuleren ervaringsdeskundigen uit te nodigen om voorlichting te geven. En de gemeente kan zijn eigen diensten en ambtenaren verplichten zich op deze wijze te laten voorlichten en trainen. Denk aan politiemensen, medewerkers van het UWV, beleidsambtenaren, WMO-loketmedewerkers etc. Het gaat erom dat maatschappelijke instellingen, sportorganisaties en uiteenlopend vrijwilligerswerk en werkgevers het cliëntperspectief leren kennen, hun schroom, handelingsverlegenheid, angst of zelfs vijandschap overwinnen en mensen met een handicap betrokken, open, respectvol met aandacht en solidair tegemoet treden – erop gericht het beste van iemands mogelijkheden waar te laten worden.

Terug naar publicaties