Kwartiermaken

ADHD: een kinderziekte? -  Gustaaf Bos

Over de groeiende toepassing van een normatief label en zijn transformatie tot een oorzakelijke entiteit - masterthese, 2009

ADHD (Attention-Deficit/Hyperactivity Disorder) is een psychiatrische classificatie voor aandachtstekort, hyperactiviteit en impulsiviteit. Het label is ontwikkeld voor kinderen, maar later kwamen ook volwassenen ervoor in aanmerking. Medicatie is een gangbaar advies bij de diagnose ADHD, al dan niet in combinatie met (gedrags)therapie. Ondanks dat de betreffende medicatie soms ernstige bijwerkingen heeft en wij ADHD niet met een bloedtest of ander fysiologisch diagnostisch instrument kunnen vaststellen, neemt de diagnose al jaren flink toe – en volgens deskundigen is het einde nog niet in zicht. Met Nederland als belangrijkste voorbeeld, stelt Gustaaf Bos de vraag hoe die recente groei van de ADHD-diagnose en -behandeling te begrijpen valt.

Een veelgenoemde verklaring is dat de stoornis er altijd al was, maar dat we hem tegenwoordig steeds beter herkennen. Gustaaf Bos betoogt dat deze verklaring niet kan standhouden, omdat zij geen rekening houdt met de tijdgebonden betekenis en de normatieve aard van een label zoals ADHD. Vervolgens laat hij zien dat mensen categorieën en labels nodig hebben om te kunnen begrijpen; hij onderzoekt hoe de classificaties tot stand kwamen die wij tegenwoordig voor atypisch gedrag gebruiken. Hierna bestudeert hij een tweede veelgebruikte verklaring voor de recente groei van het aantal ADHD-diagnoses: steeds meer mensen vertonen het geclassificeerde atypische gedrag als reactie op toenemende prikkels en eisen van de huidige maatschappij. Hij betoogt dat deze uitleg de diagnose-explosie niet afdoende kan verklaren, omdat hij er geen rekening mee houdt dat de diagnosticering met het label ADHD sterk toeneemt sinds we onoplettendheid met of zonder druk gedrag als een individueel en biologisch probleem behandelen. Vervolgens onderzoekt hij een derde veelgebruikte verklaring, namelijk dat onoplettende en/of rusteloze mensen een stoornis krijgen aangepraat door de geneesmiddelenindustrie. Hij laat zien dat medicijnfabrikanten inderdaad hebben bijgedragen aan de totstandkoming van de opvatting dat onoplettendheid, rusteloosheid en impulsiviteit het gevolg zijn van een hersenaandoening, maar beargumenteert dat de activiteiten van farmaceutische bedrijven alleen de sterke groei van het aantal ADHD-diagnoses niet afdoende kunnen verklaren.Ten slotte presenteert Bos een vierde verklaring. Hij betoogt dat het aantal ADHD-diagnoses zo sterk is toegenomen omdat er in onze maatschappij steeds minder ruimte is voor mensen met een gebrekkige concentratie en steeds meer ruimte voor de opvatting dat dergelijk gedrag het gevolg is van een hersenziekte.Hij laat zien dat niet alleen farmaceutische bedrijven, maar ook wetenschapsbeoefenaren, hulpverleners, belangenverenigingen, zorgverzekeraars en de overheid hieraan hebben bijgedragen – door zowel kinderen als volwassenen steeds meer aan te sporen de oplossing van gedragsproblematiek in zichzelf te zoeken.

Terug naar publicaties